Tijdens de raadsvergadering van 25 september heeft de fractie van GemeenteBelangen vragen gesteld over de komst van windturbines aan onze gemeentegrens. Wij wilden vooral weten of er rekening is gehouden met omgeving en wat dit oplevert. Lees hieronder de volledige woordvoering van onze fractievoorzitter Jan Velthuis.
De gemeente Groningen heeft het gebied Stainkoeln/Roodehaan, op de grens met de gemeente Midden-Groningen, aangewezen als zoekgebied voor zes windturbines. Deze windturbines, met een hoogte van 145 meter, zijn ook vanuit onze buitengebieden zichtbaar. Wij zijn zuinig op onze natuur, neem als voorbeeld het Roegwold.
Wordt dit unieke gebied, waar vele vogelsoorten voorkomen, niet verstoord door de geplande megawindturbines aan de rand van onze gemeentegrens met Groningen? Is bij het onderzoek rekening gehouden met deze gevolgen?
Geografisch gezien is Midden-Groningen al volledig ingesloten door het windpark N33 en diverse zonneparken langs de A7 en de N33, evenals op meerdere andere locaties.
Wanneer je over de N33 of de A7 rijdt, zie je aan de horizon de windturbines bij Delfzijl en omgeving, het windpark N33, en straks ook aan de noordzijde van onze gemeente de turbines bij Stainkoeln en Roodehaan.
Moeten wij als bestuur en ambtelijke organisatie niet duidelijker tegen onze buren zeggen dat noaberschap ook betekent dat je rekening houdt met elkaar? Met andere woorden: neem ook de inwoners van de buurgemeente serieus mee in het inspraaktraject.
Hoe mooi de woorden over een gebiedsfonds ook klinken, wat levert dit concreet op voor onze inwoners die aan de randen van de gemeente wonen?
Namens de fractie van GemeenteBelangen Midden-Groningen,
Jan Velthuis
